EUROPESE COMMISSIE
Witboek sport
NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd U1NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd U1 07.03.2008 10:50:45 Uhr07.03.2008 10:50:45 Uhr
Europe Direct helpt u antwoord te vinden op uw
vragen over de Europese Unie
Gratis nummer (*):
00 800 6 7 8 9 10 11
(*) Als u mobiel of in een telefooncel of hotel belt,
hebt u misschien geen toegang tot gratis nummers of kunnen
kosten worden aangerekend.
Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet
via de Europaserver (http://europa.eu).
Bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde
van deze publicatie.
Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese
Gemeenschappen, 2007
ISBN 978-92-79-06560-6
© Europese Gemeenschappen, 2007
Overneming met bronvermelding toegestaan.
Printed in Belgium
Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier
NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd U2NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd U2 07.03.2008 10:50:49 Uhr07.03.2008 10:50:49 Uhr
3
Inhoud
Voorwoord 04
Inleiding 06
De maatschappelijke rol van sport 08
De economische dimensie van sport 20
De organisatie van de sport 24
Follow-up 34
Conclusie 37
NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 3NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 3 07.03.2008 10:50:49 Uhr07.03.2008 10:50:49 Uhr
4
NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 4NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 4 07.03.2008 10:50:49 Uhr07.03.2008 10:50:49 Uhr
5
Voorwoord
Beste sportliefhebber,
Het witboek dat u in uw handen houdt, is de
bijdrage van de Commissie aan het Europese debat
over het belang van sport in ons dagelijkse leven.
Nooit eerder zijn sportthema’s in Europa op zo’n
allesomvattende manier benaderd.
In Europa, de wieg van de Olympische gedachte,
wordt het merendeel van de populaire internatio-
nale sportdisciplines beoefend en heeft een over-
grote meerderheid van de bevolking belangstelling
voor sport. Sport heeft behalve een sportieve en
economische dimensie ook een belangrijke maat-
schappelijke rol en draagt in sterke mate bij aan
het welzijn van de mensen. Het is dan ook de taak
van overheidsinstanties zoals de Europese Unie om
sport te steunen. Dat is op het hoogste politieke
niveau erkend, onder meer in de Verklaringen van
Amsterdam (1997) en Nice (2000).
De dialoog tussen de Europese Commissie en
sportorganisaties ging vijftien jaar geleden con-
creet van start met het eerste Europees Sportforum
in 1991. Sindsdien wordt steeds vaker gepleit
voor meer betrokkenheid van de Commissie bij
de sport op Europees niveau. In 2005 creëerde
de Commissie een consultatiemechanisme met
de sportwereld en de lidstaten onder de titel „EU
& Sport: aan de verwachtingen beantwoorden”.
In dit verband hebben gouvernementele en niet-
gouvernementele belanghebbenden de Commissie
gevraagd om bij de EU-beleidsvorming meer
aandacht te besteden aan de Europese sport en
het specifieke karakter ervan, en om de juridische
situatie te verduidelijken.
Om die redenen achtte ik de tijd rijp voor een stra-
tegisch document over sport met politieke richt-
snoeren. Ik heb aandachtig geluisterd naar mensen
uit de sportwereld en nationale overheden. Aan het
thema zijn diverse vergaderingen en ministercon-
ferenties gewijd. Het witboek is dus het resultaat
van een lang overlegproces met de georganiseerde
sportwereld.
Het witboek is in de eerste plaats bedoeld om
sport in het overige EU-beleid te integreren en toe
te lichten hoe Europese regels moeten worden
toegepast met het oog op een beter bestuur van de
Europese sportwereld. In het licht van het mandaat
dat de Intergouvernementele Conferentie van
de Europese Raad van juni 2007 heeft gekregen
om een bepaling over sport in het Verdrag op te
nemen, kan de Commissie, indien zij dat nodig en
passend acht, verdere stappen in de context van
een nieuwe Verdragsbepaling aangeven.
Ik ben ervan overtuigd dat de sport dankzij
dit witboek meer aandacht zal krijgen bij de
EU-beleidsvorming. Het witboek zal mensen
bewust maken van de behoeften en specifieke
kenmerken van de sector en actief en concreet
bijdragen aan de bevordering van de sport.
Met vriendelijke groet,
Ján Figel’
Europees commissaris verantwoordelijk voor sport
NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 5NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 5 07.03.2008 10:50:51 Uhr07.03.2008 10:50:51 Uhr
6
1. Inleiding
„Sport behoort tot het erfgoed van ieder mens
en de afwezigheid ervan kan door niets worden
gecompenseerd.” – Pierre de Coubertin 1
Sport 2 is een groeiend sociaal en economisch ver-
schijnsel dat in sterke mate bijdraagt aan de stra-
tegische doelstellingen van solidariteit en welvaart
van de Europese Unie. Het Olympische ideaal, nl.
door sport zowel vrede en wederzijds begrip onder
naties en culturen als ook de opvoeding van jonge-
ren bevorderen, is in Europa ontstaan en is altijd
gecultiveerd door het Internationaal Olympisch
Comité en de Europese Olympische Comités.
De meeste Europeanen doen regelmatig aan
sport. Sport stimuleert belangrijke waarden zoals
teamgeest, solidariteit, tolerantie en fair play, wat
de persoonlijke ontwikkeling en voldoening ten
goede komt. Sport zorgt ervoor dat de mensen een
actieve rol gaan spelen in de maatschappij en is
dus bevorderlijk voor een actief burgerschap. Zeker
nu de Commissie de banden met de burger wil aan-
halen en kwesties wil aanpakken die de mensen
rechtstreeks aanbelangen, erkent zij dat sport van
essentieel belang is in de Europese maatschappij.
Sport heeft echter ook te kampen met nieuwe
problemen en uitdagingen die in de Europese
maatschappij zijn opgedoken, zoals commercie,
uitbuiting van jonge spelers, doping, racisme,
geweld, corruptie en witwassen.
De Commissie kiest met dit initiatief voor het
eerst voor een allesomvattende benadering van
sportgerelateerde kwesties. Zij wil strategisch
richting geven aan de rol van sport in Europa, het
debat over specifieke problemen bevorderen, de
zichtbaarheid van sport in de Europese beleids-
vorming vergroten en mensen meer bewust maken
van de behoeften en specifieke kenmerken van
de sector. Dit initiatief streeft ernaar belangrijke
thema’s te verduidelijken, zoals de toepassing van
de EU-wetgeving op de sport, en pleit voor bijko-
mende sportgerelateerde maatregelen op Europees
niveau.
Dit witboek start niet van nul. Sport valt onder het
acquis communautaire en het Europese beleid op
een aantal gebieden heeft al een niet te onder-
schatten én toenemende impact op sport.
De belangrijke rol van sport in de Europese maat-
schappij en de eigenheid ervan zijn in december
2000 erkend in de Verklaring van de Europese
Raad over het specifieke karakter van de sport en
de maatschappelijke functie daarvan in Europa,
waarmee bij de uitvoering van het gemeenschap-
pelijk beleid rekening moet worden gehouden (de
„Verklaring van Nice”). De Raad wijst erop dat de
verantwoordelijkheid op sportgebied in de eerste
plaats bij de sportorganisaties en de lidstaten
ligt, met een centrale rol voor sportfederaties.
Sportorganisaties hebben de taak hun tak van
sport te organiseren en te bevorderen „onder
inachtneming van de nationale en communautaire
wetgeving”. „Ook al beschikt de Gemeenschap niet
over rechtstreekse bevoegdheden op dit gebied,
toch moet zij bij haar optreden uit hoofde van de
verschillende Verdragsbepalingen rekening houden
met de maatschappelijke, educatieve en culturele
functie van de sport, die het specifieke karakter
ervan bepaalt, teneinde de ethiek en de solidari-
teit die noodzakelijk zijn voor het behoud van de
maatschappelijke rol van de sport, te eerbiedigen
en te bevorderen”. Sport, met zijn structuren die
gebaseerd zijn op vrijwilligerswerk, vervult op het
gebied van gezondheid, onderwijs, sociale inte-
gratie en cultuur een specifieke rol in de Europese
maatschappij, die door de Europese instellingen is
erkend.
NL_080328_Br_A4_sport_bb.indd 6NL_080328_Br_A4_sport_bb.indd 6 28.03.2008 13:06:44 Uhr28.03.2008 13:06:44 Uhr
7
1 Pierre de Coubertin (1863–1937), Frans pedagoog en histori-
cus, stichter van de moderne Olympische Spelen.
2 Omwille van de duidelijkheid en de eenvoud wordt in dit
witboek de definitie van „sport” van de Raad van Europa
gebruikt: „de verzameling van alle vormen van lichamelijke
activiteit die, al dan niet in georganiseerd verband, ten doel
hebben de lichamelijke en geestelijke toestand te verbeteren,
de sociale verbanden te ontwikkelen en resultaten te berei-
ken in competities op alle niveaus.”
Het Europees Parlement heeft de uitdagingen
waarmee de Europese sport te kampen heeft, met
grote belangstelling gevolgd en heeft de voorbije
jaren geregeld sportkwesties behandeld.
De Commissie heeft bij de voorbereiding van dit
witboek geregeld stakeholders geraadpleegd over
kwesties van algemeen belang en zij heeft daar-
naast ook een onlineraadpleging georganiseerd.
Ten aanzien van de rol van sport in Europa en
EU-actie op dit gebied worden hoge verwachtingen
gekoesterd, zo blijkt.
Dit witboek spitst zich toe op de maatschappelijke
rol, de economische dimensie en de organisatie
van sport in Europa en er wordt gekeken naar de
follow-up die aan dit initiatief zal worden gegeven.
Concrete voorstellen voor verdere EU-acties zijn
verzameld in een actieplan dat vernoemd is naar
Pierre de Coubertin en een lijst van activiteiten
bevat die door de Commissie moeten worden
uitgevoerd of gesteund. Een werkdocument van de
diensten van de Commissie bevat de achtergrond
en de context van de voorstellen, waaronder
bijlagen over sport en de Europese mededingings-
regels, over sport en de vrijheden van de interne
markt, en over de raadpleging van stakeholders.
NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 7NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 7 07.03.2008 10:50:52 Uhr07.03.2008 10:50:52 Uhr
8
2. De maatschappelijke rol van sport
3 Special Eurobarometer (2004): The Citizens of the European
Union and Sport.
4 COM (2007) 279 definitief van 30 mei 2007.
Sport is een activiteit die de Europese burgers
sterk aanspreekt en enorme mogelijkheden biedt
om mensen samen te brengen, ongeacht leeftijd
of sociale afkomst. Volgens een Eurobarometer-
onderzoek uit november 2004 3 doet ongeveer 60 %
van de Europeanen geregeld aan sport, al dan niet
als lid van een van de 700 000 clubs, die op hun
beurt bij een van de talloze bonden en federaties
zijn aangesloten. De overgrote meerderheid van de
sportactiviteiten vindt plaats in het amateurcircuit,
maar ook de beroepssport wordt steeds belangrij-
ker en draagt bij aan de maatschappelijke rol van
sport. Sport is niet alleen goed voor de gezondheid
van de Europeanen, maar heeft ook een educa-
tieve, sociale, culturele en recreatieve dimensie. De
maatschappelijke rol van sport kan bovendien de
externe betrekkingen van de Unie versterken.
2.1 Lichaamsbeweging voor een betere
volksgezondheid
Te weinig lichaamsbeweging verhoogt de kans op
overgewicht, obesitas en een aantal chronische
aandoeningen zoals hart- en vaatziekten en
diabetes, die de levenskwaliteit aantasten, het
leven van mensen in gevaar brengen en een zware
belasting betekenen voor de sociale zekerheid en
de economie.
Het witboek van de Commissie „Een Europese
strategie voor gezondheidsproblemen die verband
houden met voeding, overgewicht en obesitas” 4
benadrukt het belang van proactieve maatregelen
om te voorkomen dat mensen steeds minder
lichaamsbeweging hebben. De acties omtrent
lichaamsbeweging die in beide witboeken worden
voorgesteld, zijn complementair.
Als instrument voor gezondheidsbevorderende
lichaamsbeweging heeft sport veel meer invloed
dan elke andere maatschappelijke activiteit. Sport
trekt mensen aan en heeft een positief imago. De
mogelijkheden die sport biedt om via lichaamsbe-
weging de gezondheid te verbeteren, worden vaak
niet genoeg benut en moeten worden ontwikkeld.
NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 8NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 8 07.03.2008 10:50:54 Uhr07.03.2008 10:50:54 Uhr
9
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beveelt
ten minste 30 minuten matige lichaamsbeweging
(al dan niet in de vorm van sport) per dag aan
voor volwassenen en 60 minuten voor kinderen.
Overheden en particuliere organisaties in de lidsta-
ten zouden moeten helpen om dit doel te bereiken.
Uit recent onderzoek blijkt echter dat onvoldoende
vooruitgang wordt geboekt.
(1) De Commissie stelt voor om samen met de
lidstaten vóór eind 2008 nieuwe richtsnoeren voor
lichaamsbeweging op te stellen.
De Commissie beveelt aan dat de ministers in de
lidstaten maatregelen nemen om de samenwerking
tussen de gezondheidssector, het onderwijs en
de sportwereld te bevorderen met het oog op een
coherente strategie om overgewicht, obesitas en
andere gezondheidsrisico’s te verminderen. De
Commissie moedigt de lidstaten in dit verband aan
na te gaan hoe ze een actieve levensstijl kunnen
bevorderen via de nationale onderwijs- en oplei-
dingssystemen, inclusief de lerarenopleiding.
Sportorganisaties worden aangemoedigd activitei-
ten op te zetten om de gezondheid via lichaams-
beweging te bevorderen. De Commissie zal de
uitwisseling van informatie en goede praktijken,
vooral met betrekking tot jongeren, vereenvoudi-
gen en zich op het amateurniveau concentreren.
(2) De Commissie zal steun verlenen aan een
Europees netwerk voor gezondheidsbevorderende
lichaamsbeweging, eventueel gecombineerd
met kleinere netwerken die zich over specifieke
aspecten van het thema buigen.
NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 9NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 9 07.03.2008 10:50:56 Uhr07.03.2008 10:50:56 Uhr
10
(3) De Commissie zal gezondheidsbevorderende
lichaamsbeweging tot hoeksteen van haar
sportgerelateerde activiteiten uitroepen en deze
prioriteit sterker aan bod laten komen in de desbe-
treffende financiële instrumenten, waaronder:
• het zevende kaderprogramma voor onderzoek
en technologische ontwikkeling (gezondheidsa-
specten die verband houden met de levensstijl);
• het programma voor volksgezondheid
2007–2013;
• de programma’s Jeugd en Burgerschap (samen-
werking tussen sportorganisaties, scholen, het
maatschappelijk middenveld, ouders en andere
partners op lokaal niveau);
• het programma Een leven lang leren (opleiding
van leerkrachten en samenwerking tussen
scholen).
2.2 De krachten bundelen om doping te bestrijden
Doping vormt een wereldwijde bedreiging voor de
sport, ook in Europa. Zij ondermijnt het beginsel
van open en eerlijke competitie, werkt demotive-
rend en zet de beroepssporter onder onredelijke
druk. Doping werpt een schaduw over de sport
en brengt de gezondheid ernstig in gevaar. Op
Europees niveau moet bij dopingbestrijding
zowel met het aspect ordehandhaving als met het
aspect gezondheid en preventie rekening worden
gehouden.
(4) Ordehandhavers in de lidstaten (grensbewa-
king, nationale en lokale politie, douane enz.),
door het Wereldantidopingagentschap (WADA)
erkende laboratoria en Interpol zouden kunnen
samenwerken om tijdig en veilig informatie uit
te wisselen over nieuwe dopingproducten en
-praktijken. De EU zou dergelijke inspanningen
kunnen ondersteunen via opleidingscursussen en
netwerking tussen centra voor de opleiding van
ordehandhavers.
De Commissie beveelt aan dat de handel in verbo-
den dopingproducten overal in de EU op dezelfde
manier wordt behandeld als de drugshandel.
De Commissie roept alle actoren die verantwoor-
delijk zijn voor volksgezondheid op om rekening
te houden met de gezondheidsrisico’s van doping.
Zij vraagt dat sportorganisaties een inventaris van
goede praktijken opmaken om jonge sportbeoefe-
naars beter te informeren over dopingproducten,
geneesmiddelen op recept die dergelijke producten
kunnen bevatten, en de gevolgen ervan voor de
gezondheid.
De EU zou baat vinden bij een beter gecoördi-
neerde dopingbestrijding. Daartoe is het onder
meer zaak gemeenschappelijke standpunten met
de Raad van Europa, het WADA en de Unesco te
bepalen en de uitwisseling van informatie en
goede praktijken tussen overheden, nationale
antidopingorganisaties en laboratoria te bevorde-
ren. Het is in dit verband uitermate belangrijk dat
de lidstaten het Verdrag tegen doping in de sport
van de Unesco goed uitvoeren.
(5) De Commissie zal een ondersteunende rol
spelen, bijvoorbeeld door steun te verlenen aan
een netwerk van nationale antidopingorganisaties
van de lidstaten.
NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 10NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 10 07.03.2008 10:50:58 Uhr07.03.2008 10:50:58 Uhr
11
5 Aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 18
december 2006 inzake sleutelcompetenties voor een leven
lang leren (PB L 394 van 30. 12. 2006).
2.3 Meer aandacht voor sport in onderwijs en
opleiding
Via zijn rol in het formele en informele onderwijs
draagt sport bij aan de ontwikkeling van het
menselijke kapitaal van Europa. De waarden van
sport bevorderen de kennis, de motivatie, de
vaardigheden en de bereidheid tot persoonlijke
inspanning. Sport op school en aan de universiteit
levert gezondheids- en onderwijsvoordelen op, een
proces dat moet worden gestimuleerd.
Op basis van de ervaringen tijdens het Europees
Jaar van opvoeding door sport in 2004 stimuleert
de Commissie de ondersteuning van sport en
lichaamsbeweging via diverse beleidsinitiatieven
op het gebied van onderwijs en opleiding, inclusief
de ontwikkeling van sociale en burgerschapscom-
petenties overeenkomstig de aanbeveling uit 2006
inzake sleutelcompetenties voor een leven lang
leren 5.
(6) Sport en lichaamsbeweging kunnen worden
ondersteund via het programma Een leven lang
leren. De deelname aan scholingsmogelijkheden
via sport bevorderen is dus een prioriteit voor
scholenpartnerschappen die steun krijgen van het
Comenius-programma, voor gestructureerde acties
op het gebied van beroepsonderwijs en – oplei-
ding via het Leonardo da Vinci-programma, voor
thematische netwerken en mobiliteit op het gebied
van hoger onderwijs die steun krijgen van het
Erasmus-programma, en voor multilaterale projec-
ten op het gebied van volwassenenonderwijs die
steun krijgen van het Grundtvig-programma.
NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 11NL_080226_Br_A4_sport_iz.indd 11 07.03.2008 10:50:58 Uhr07.03.2008 10:50:58 Uhr
12
(7) De sportsector kan ook steun aanvragen via de
oproepen tot het indienen van voorstellen over de
uitvoering van het Europees kwalificatiekader (EKK)
en het Europees systeem van studiepuntenover-
dracht voor beroepsonderwijs en -opleiding (ECVET).
De sportsector is betrokken bij de ontwikkeling
van het EKK en komt in aanmerking voor financiële
steun in 2007/2008. Gezien de grote mobiliteit
van beroepssporters en onverminderd Richtlijn
2005/36/EG betreffende de erkenning van beroeps-
kwalificaties kan de sportwereld ook als proefsector
fungeren voor de uitvoering van het ECVET om de
nationale competentie- en kwalificatiesystemen
transparanter te maken.
(8) De Commissie zal een Europees label toekennen
aan scholen die lichaamsbeweging op school actief
steunen en bevorderen.
Om ervoor te zorgen dat beroepssporters na hun
sportcarrière op de arbeidsmarkt terecht kunnen,
benadrukt de Commissie hoe belangrijk het is om er
reeds in een vroeg stadium rekening mee te houden
dat jonge sporters een „dubbele opleiding” moeten
krijgen. Er moeten ook lokale opleidingscentra van
hoge kwaliteit zijn om hun morele, educatieve en
professionele belangen te vrijwaren.
De Commissie is een onderzoek gestart naar de
opleiding van jonge sporters in Europa; de resul-
taten kunnen in bovenstaande beleidsacties en
programma’s worden opgenomen.
Investeren in en werk maken van de opleidin